Grote en kleine verhalen uit de Peltse geschiedenis

De degen van Drossaard Clercx

Henri Naus: "Het Genootschap van Overpelt wist dat de degen van Drossaard Clercx in het huis van Marie-Anne Wilsens in het Hobos hing. Het is een heel belangrijk stuk Pelter erfgoed, dat we graag in handen kregen. Marie-Anne had ons beloofd dat de degen, na haar dood, in ons bezit zou komen, maar toen zij als laatste bewoonster in 2010 onverwachts overleed, haalde de familie de inboedel weg. Er werden immers al snel zaken gestolen uit het leegstaande huis. We vreesden dat we de degen nooit meer terug zouden zien.
Korte tijd later verscheen de zus van Marie-Anne echter aan de balie van het gemeentehuis met de vraag of de burgemeester er was. Ze had in haar handen de degen, gewikkeld in papier, en wou die aan de gemeente overhandigen. Daar waren wij uiteraard bijzonder blij mee. We hebben dan besloten de degen te laten restaureren in Brussel en zijn dan met medeweten van de politie vanuit Overpelt met de trein naar de hoofdstad getrokken. We wilden immers zeker zijn dat we geen problemen zouden krijgen als ze ons onderweg zouden tegenhouden. Het was wel een bijzondere ervaring, met zo'n wapen door de Wetstraat te lopen." (lacht)
"Na de restauratie hebben leerlingen van WICO Campus TIO er een mooi kistje voor gemaakt, waarin we de degen nu bewaren in ons archief." 

Het fusépistool van Huis Slegten

François Joosten: "Het fusépistool dat wij ins ons archief bewaren werd in WO II gebruikt op het balkon van Huis Slegten, één van de mooiste teutenhuizen van Lille. Tegenwoordig heet dat huis 'Molenaar in De Vaart'. Het balkon rechtsboven werd in de oorlogsjaren door de grenswacht van de kazerne van Kaulille gebruikt als uitkijkpunt om de hemel in het oog te houden. Toen ze in mei 1940 plots gevaar zagen opdoemen, vuurden ze het pistool af. Deze knal werd gehoord tot in Kaulille, waar de grenswacht meteen besliste om de brug met dynamiet op te blazen. Zo konden ze verhinderen dat de Duitsers verder noordwaarts zouden oprukken. Helaas bevond er zich op het moment van de explosie nog een jongen van 15 jaar op de brug. Hij heeft het niet overleefd. 
Het fusépistool werd al eens uitgeleend aan een tentoonstelling in Achel, en werd tot nu toe bewaard in het archief van de Heemkundige Kring Lille. Dat wordt echter afgebroken in 2021 en we zoeken dus naar een nieuwe locatie om al ons erfgoed te bewaren. We willen vermijden dat mensen erfgoedstukken bij hun thuis bewaren, want dan hebben we geen garantie dat de voorwerpen na hun overlijden nog in handen van de gemeenschap blijven. Dat is voor ons natuurlijk erg belangrijk."

Het 'Keske' van Jan Bastiaens (°1830 - † 1907)

Paul Cuyvers: "Mijn betovergrootvader Jan Bastiaens was een bezige bij. Hij heeft nog geholpen bij het uitgraven van het kanaal met schup en kruiwagen, destijds aan 1 frank per dag! Daarnaast was hij een handelaar in stoffen en leurde hij met zijn kaske op zijn rug met stoffen en naaigerief in de omliggende dorpen. Maar eigenlijk was zijn hoofdberoep transporteur. Dat betekende met een kruiwagen vol ijzer stappen van het station in Leopoldsburg naar de kanaalkom in Bree. Het was hard labeur maar hij kon er wel heel comfortabel van leven. Uiteindelijk kon hij als welgestelde burger voor zijn vier kinderen een mooi huis bouwen, eentje daarvan was voor mijn grootmoeder. Dat huis vind je nu nog terug vlakbij het ronde punt in het Herent. En omdat hij altijd zijn kastje ('keske') op zijn rug droeg, kreeg hij de bijnaam 'Kasjentje'."

;