Aangifte van een levenloos geboren kind

Als een kindje dat meer dan 6 maanden gedragen werd kort voor of na de geboorte overlijdt, moet hiervan, zoals bij elke ander overlijden, een akte van overlijden opgesteld worden.

Voorwaarden

  • De aangifte van een levenloosgeboren kind is verplicht vanaf een zwangerschapsduur van 180 dagen (26 weken of 6 maanden).

  • Werd het kind tussen 140 en 179 dagen gedragen, dan kan het kindje wettelijk worden aangegeven en op verzoek een voornaam of voornamen krijgen.

  • Werd het kind geen 140 dagen gedragen, is er wettelijk geen mogelijkheid om het kindje aan te geven en of een naam te geven.

  • Wanneer het kindje leefde op het ogenblik van de geboorte maar overleed vooraleer de geboorte werd aangegeven, wordt het kind niet als levenloosgeboren beschouwd. In dit geval wordt een geboorte- en overlijdensakte opgemaakt en geen akte van aangifte van een levenloos kind.

Wat moet ik doen?

De aangifte moet gebeuren bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats van het overlijden. De aangifte kan gedaan worden door de ouders of door de begrafenisondernemer. Maak hiervoor een afspraak met de burgerlijke stand.

Regelgeving

Wet van 24 april 1999 tot invoeging van een artikel 80bis in het Burgerlijk Wetboek en tot opheffing van het decreet van 4 juli 1806 aangaande de manier van opstelling van de akte waarbij de ambtenaar van de burgerlijke stand constateert dat hem een levenloos kind werd vertoond (B.S. 24 juni 1999)

Wet van 18 juni 2018 art. 58

Wat meebrengen?

  • Overlijdensattest, afgeleverd door de behandelende geneesheer
  • Medisch attest met vermelding van de zwangerschapsduur in dagen
  • Identiteitskaart, paspoort of verblijfsvergunning
;